Wat doe ik als mijn kind geen hand wil geven bij het oversteken?

Peuterpuberteit

Peuters kunnen het hun ouders behoorlijk lastig maken met hun ‘ik ben twee en ik zeg nee’ gedrag. Deze fase wordt niet voor niets peuterpuberteit genoemd.

Vanaf de leeftijd van twee jaar ontdekken ze hun eigen willetje. Ze gaan op zoek naar wie ze zijn, merken dat ze nee kunnen zeggen op de vraag van hun ouders en zoeken grenzen op. Zo ontwikkelen ze hun ‘ik’ en dat is belangrijk voor hun verdere groei.

Geen ja/nee-vraag

Voor de ouders is het een evenwichtsoefening tussen grenzen trekken en ruimte geven om te ontdekken, experimenteren en participeren. Probeer ja/neen-vragen (vb. Wil je me een handje geven?) te vermijden, zeg duidelijk waarom iets niet kan en reageer consequent op ongewenst gedrag.

Je mag uiteraard eisen dat je peuter jou bij het oversteken een hand geeft. Met duidelijke regels weet hij wat wel en niet kan en waar hij zich aan moet houden, ook al is hij er niet blij mee.

Verwachtingen uitleggen

Leg hem thuis voor je vertrekt uit wat je van hem verwacht als je op de weg bent en waarom. Een hand geef je omdat de straat gevaarlijk is. Dat voorkomt misschien niet van de eerste keer discussie op straat, maar na een tijdje zal je kind leren dat het zo hoort.

Wat je ook kan doen, is samen boekjes lezen over verkeer. Zo leert een kind hoe zich te gedragen en waarom dat zo is. Ook kan je onderweg praten over wat je ziet: wat mag, wat mag niet, wat is veilig of onveilig?

Volhouden

Als hij bij het oversteken toch niet doet wat je vraagt, blijf dan zelf rustig en steek niet over voor hij jou een hand geeft. Een duidelijke neen van jou die een neen blijft, is belangrijk. Hou dus vol, ook al is dat niet gemakkelijk. Geef hem op andere plaatsen wel de ruimte om zaken alleen te doen en om te experimenteren. Maar de straat is geen speelplaats, en dat moet je zoontje nog leren.