Als je zwanger bent, wordt er veel gevraagd van je lichaam. Daarom ga je regelmatig op controle, en laat je een echo maken: om jouw gezondheid en de ontwikkeling van je kindje op de voet te volgen.
Zwangerschapsboekje
Zolang er geen problemen opduiken, kan je voor de gewone controles terecht bij je gynaecoloog, vroedvrouw of huisarts. In het begin ga je om de vier weken op controle, maar tegen het einde van je zwangerschap bijna elke week. Naast het dossier dat je vroedvrouw of arts bijhoudt, wordt alles ook genoteerd in het Zwangerschapsboekje van Kind en Gezin. Neem dit boekje altijd mee, zo heb je alle bijzonderheden bij de hand.
Kloppend hartje
Bij je eerste consultatie wordt je medische voorgeschiedenis in kaart gebracht. Die eerste keer krijg je ook een bloedprik om je bloedgroep en resusfactor te bepalen, om te checken of je immuun bent voor toxoplasmose en om te screenen naar ziektes. Je krijgt ook alle info over het verloop van je zwangerschap. Tijdens een volgende controle kan je gewicht, bloed(druk) en urine worden gecheckt. Er wordt gekeken naar de aanwezigheid van suiker (glucose, door zwangerschapsdiabetes) en eiwit (albumine, door zwangerschapsvergiftiging).
Ongeveer vanaf de twaalfde week kan je de harttonen van je baby horen met behulp van de doptone of doppler. Het hartje van je baby klopt sneller dan je eigen hartslag: zo’n 120 tot 160 keer per minuut.
Echo! Echo!
De ziekteverzekering betaalt tijdens je zwangerschap drie echografieën terug. De eerste echo dient om te bevestigen dat je zwanger bent, een meerlingzwangerschap te ontdekken, de vermoedelijke bevallingsdatum te bepalen en hartactiviteit op te sporen.
Ook de nekplooi wordt gemeten om het risico op o.a. downsyndroom te onderzoeken. Met de tweede echo spoort men vooral aangeboren afwijkingen op. De derde echo controleert de ligging van het kindje en kan groeiafwijkingen vaststellen.
Vroege echo en pretecho’s
Natuurlijk begrijpen we dat je je kindje zo snel mogelijk wil zien. Denk toch twee keer na voor je een vroege echo (voor 12 weken zwangerschap) vraagt. Het kan je namelijk onnodig ongerust maken: als je bijvoorbeeld nog geen hartje hoort omdat je minder lang zwanger bent dan je dacht. Maar het kan ook een vals gevoel van geruststelling geven: zelfs na een goede vroege echo kan je helaas toch een miskraam krijgen.
Ook de zogenaamde ‘pretecho’s’ en de toestellen om thuis de hartslag van je kindje te beluisteren, kunnen je opzadelen met onnodige zorgen of een vals gevoel van veiligheid. Deze straling is veilig wanneer ze in een medische setting wordt gebruikt, maar het is niet zeker of het wel veilig is om dit soort straling regelmatig zelf te gebruiken. Beter vermijden dus!
Schopjes
‘Voel je het al bewegen?” Dat zal iedereen je vragen. Bij een eerste zwangerschap voelen de meeste vrouwen rond de twintigste week voor het eerst duidelijk beweging. Bij een volgend kindje herken je die bewegingen meestal al rond zestien à achttien weken.
In het begin voel je de schopjes af en toe, maar tegen de tijd dat je dertig weken zwanger bent, zou je elke dag beweging moeten voelen. Voel je de baby minder dan gewoonlijk of maak je je zorgen? Aarzel dan niet om je gynaecoloog of vroedvrouw te contacteren.
Vragenlijstje
Vergeet niet dat je bij je gynaecoloog of vroedvrouw ook terechtkunt met de twijfels en angsten die je nu voelt. Zit je (mentaal) minder goed in je vel? Durf dat ook te bespreken.
Het is verstandig om een lijstje met vragen bij te houden. Vaak nemen de onderzoeken je zo in beslag dat je helemaal vergeet dat jij ook nog wat te vragen of te vertellen had.
